Home
Reset score

Domeinevaluatie

Klik op een van de 8 domeinen om meer te leren
en evalueer jouw situatie met de schuifjes.
Gebruik deze handleiding als hulpmiddel.

1. Onderwijs & maatschappij

-

image

Als het niet goed gaat

Op school wordt de maatschappelijke druk om goed te presteren versterkt. Er wordt veel nadruk gelegd op toetsing en cijfers, waarbij het individuele leerproces onvoldoende aandacht krijgt. Er is sprake van onderwaardering van de meer praktische onderwijsniveaus. Er is een strikt onderscheid tussen schoolniveaus met weinig ruimte om van het ene niveau naar het andere niveau over te stappen.

Er is een vol curriculum met veel huiswerk en toetsing waardoor leerlingen te weinig tijd krijgen om te ontspannen. Er zijn weinig mogelijkheden voor maatwerk en flexibiliteit in het aangeboden onderwijs voor leerlingen die dreigen vast te lopen. Er is onvoldoende aandacht voor de overgang van primair naar voortgezet onderwijs.

image

Als het wel goed gaat

Op school is er aandacht voor maatschappelijke normen rondom presteren. Het schoolsucces van leerlingen wordt niet alleen bepaald door toetsresultaten en cijfers. De focus ligt op het individuele leerproces en leerlingen ontvangen hier feedback op (bijvoorbeeld formatief toetsen). In taal en gedrag draagt de school uit dat alle onderwijsniveaus gelijk gewaardeerd worden.

Er is aandacht voor de overgang van primair naar voortgezet onderwijs en voor het bepalen van een passend leerniveau. Voor leerlingen die dreigen vast te lopen is er flexibiliteit en maatwerk mogelijk (bijvoorbeeld aangepast lesrooster). Er wordt rekening gehouden met vakanties en drukke periodes bij toetsing en huiswerk zodat leerlingen tijd hebben om te ontspannen.

2. Schoolklimaat

-

image

Als het niet goed gaat

Leerlingen voelen zich niet veilig op school en hebben het gevoel niet gezien of gehoord te worden. Er is sprake van pestgedrag, discriminatie en/of conflicten en leerlingen worden buitengesloten. Er is te weinig aandacht voor veiligheid en inclusiviteit binnen de school.

Een gebrek aan structuur, duidelijke regels en richtlijnen kan zorgen voor onduidelijkheid en onvoorspelbaarheid binnen de school. Er is weinig aandacht voor het welbevinden van individuele leerlingen en er is weinig ruimte voor maatwerk. Het team beschikt over onvoldoende kennis, vaardigheden en expertise om (gedrags)problemen te voorkomen, signaleren en op de juiste manier aan te pakken wanneer ze zich voordoen.

image

Als het wel goed gaat

Leerlingen voelen zich gezien en gewaardeerd op school. Er wordt actief en structureel gewerkt aan een veilige, positieve en inclusieve sfeer. Er is nauwelijks tot geen sprake van pestgedrag, discriminatie en conflicten. Leerlingen kunnen en mogen zichzelf zijn, (culturele) verschillen worden geaccepteerd en ieders eigenheid wordt gewaardeerd.

Er is sprake van structuur en voorspelbaarheid binnen de school, onder andere door heldere richtlijnen, regels en naleving. Er wordt passend onderwijs geboden waar nodig en er is laagdrempelige ondersteuning beschikbaar. Het team beschikt over de juiste kennis, middelen en vaardigheden om jongeren te ondersteunen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling en problemen tijdig te signaleren.

3. Thuissituatie

-

image

Als het niet goed gaat

Door omstandigheden in de thuissituatie zoals scheiding, armoede of ziekte, ervaren leerlingen uitdagingen in hun studievoortgang en het bredere functioneren op school. Leerlingen ervaren school als onveilig, er is gebrek aan ondersteuning in het schoolfunctioneren en er is geen kennis van en/of begrip voor de stressbronnen in de thuissituatie.

Ouders bieden weinig steun en betrokkenheid bij het schoolleven van hun kind. Daarnaast kunnen ouders onrealistische verwachtingen hebben over de prestaties van hun kind, waardoor leerlingen druk ervaren.

image

Als het wel goed gaat

Het schoolfunctioneren van leerlingen wordt thuis op een positieve manier gestimuleerd en ondersteund. Leerlingen die opgroeien in ongunstige omstandigheden ervaren school als een veilige plek waar ze gezien en gehoord worden en ervaren voldoende steun uit hun sociale netwerk om goed te kunnen functioneren op school.

Ouders hechten waarde aan school, hebben reële verwachtingen en hebben aandacht voor de behoefte en het welbevinden van hun kind. Ouders motiveren hun kind op positieve wijze en leggen niet alleen nadruk op resultaten.

4. Sensitief doceren

-

image

Als het niet goed gaat

Er is weinig persoonlijk contact tussen docenten en leerlingen, waarbij de docent geen aandacht lijkt te hebben voor de individuele leerbehoeften van leerlingen. Er wordt niet of nauwelijks rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden of de thuissituatie die mogelijk een extra uitdaging kunnen vormen voor leerlingen.

Er is een gebrek aan vertrouwen en er is slechte of negatieve communicatie tussen leerlingen en docenten. In de klas is dit zichtbaar in bijvoorbeeld gebrek aan orde, conflicten, veel straffen, onduidelijke of niet-haalbare instructies, of druk vanuit de docent om hoge cijfers te halen.

image

Als het wel goed gaat

Leerlingen voelen zich gezien en gehoord door docenten. Docenten hebben aandacht voor de individuele leerbehoeften van leerlingen en belonen goed gedrag. Leerlingen voelen zich serieus genomen en hun perspectief wordt meegenomen.

Elke leerling heeft een mentor of docent waar hij/zij zich veilig bij voelt, die vraagt hoe het gaat en die mogelijke problemen of uitdagingen signaleert. Docenten bieden ruimte voor aanpassingen in schoolwerk of aanwezigheid tijdens de les wanneer leerlingen dit nodig hebben en/of dit geadviseerd wordt. Docenten houden rekening met de achtergrond en persoonlijke omstandigheden van leerlingen zoals bijvoorbeeld een moeilijke thuissituatie of mentale problemen.

5. Relatie met klasgenoten

-

image

Als het niet goed gaat

Leerlingen ervaren de school als een onveilige en onplezierige omgeving omdat er veel conflicten zijn tussen leerlingen, er gepest wordt en leerlingen worden buitengesloten of geen aansluiting vinden.

Daarnaast kunnen sociale normen een negatieve invloed hebben op de houding ten opzichte van school, de aanwezigheid op school en op het mentaal welbevinden van leerlingen (school wordt bijvoorbeeld als onbelangrijk gezien, of er ligt juist teveel nadruk op het halen van hoge cijfers). Er is sprake van groepsdruk en leerlingen zijn gevoelig voor de invloed van negatief gedrag van andere leerlingen.

image

Als het wel goed gaat

Leerlingen voelen zich prettig en veilig op school, de relaties tussen leerlingen onderling zijn positief en leerlingen steunen elkaar.

Er zijn weinig conflicten tussen leerlingen, er is weinig pestgedrag en er heerst een groepsgevoel in de klas. Er heerst een positieve houding ten opzichte van school en leerlingen motiveren elkaar om zich in te zetten en aanwezig te zijn op school.

6. Mentaal kapitaal

-

image

Als het niet goed gaat

Een groot aantal leerlingen heeft last van emotionele en/of gedragsproblemen (of dit aantal neemt toe). Deze problematiek kan zich uiten in internaliserende problemen zoals (faal)angst, stress, depressieve gevoelens en somatische klachten, en in externaliserende problemen zoals opstandigheid en delinquent gedag. School zet niet of nauwelijks in op preventie van deze problemen, en er zijn onvoldoende voorzieningen in of vanuit de school ter ondersteuning.

Leerlingen met emotionele en/of gedragsproblemen ervaren uitdagingen in de studievoortgang (bijvoorbeeld moeite met lessen volgen of maken van toetsen/huiswerk). De impact van deze problemen op de studievoortgang wordt onvoldoende gezien en/of er wordt onvoldoende passend onderwijs geboden.

image

Als het wel goed gaat

Het aantal leerlingen met emotionele en/of gedragsproblemen op school is niet opvallend hoog of neemt niet toe. De school ondersteunt leerlingen in het ontwikkelen van sociaal-emotionele vaardigheden. Leerlingen hebben vertrouwen in hun eigen kunnen.

Voor leerlingen met emotionele en/of gedragsproblemen zijn er voorzieningen op of vanuit school aanwezig die hen ondersteunen, en deze leerlingen ontvangen passende hulp en maatwerk als zij door deze problemen ook uitdagingen ervaren in hun studievoortgang. Er is op school aandacht voor een gezonde leefstijl en dit zie je terug in voldoende ontspanning, voldoende bewegen, gezond eten en een goed slaappatroon bij leerlingen.

7. Leervaardigheden, motivatie & toekomstperspectief

-

image

Als het niet goed gaat

Leerlingen tonen weinig motivatie om te leren en twijfelen over het nut van school. Dit is zichtbaar in een negatieve leerhouding en weinig tot geen verbondenheid met school (bijvoorbeeld slechte concentratie, geen interesse in de lesstof).

Leerlingen hebben negatieve verwachtingen over hun kansen en toekomstmogelijkheden en ervaren een kloof tussen hun persoonlijke leerbehoeften en het onderwijsaanbod op school. Er zijn problemen met studievoortgang doordat leerlingen over onvoldoende leervaardigheden beschikken of omdat het schoolniveau te hoog of te laag is voor de capaciteiten van leerlingen.

image

Als het wel goed gaat

Leerlingen tonen (intrinsieke) motivatie om te leren en zien het nut van school in. Er wordt op school een duidelijke link tussen schoolvakken en toekomstmogelijkheden gelegd. Leerlingen krijgen de ruimte en worden aangemoedigd om na te denken over loopbaanmogelijkheden.

Leerlingen voelen zich verbonden met school, wat zichtbaar is in een positieve leerhouding (bijvoorbeeld goede concentratie, actief betrokken in de les). Leerlingen hebben het gevoel dat de inhoud en de manier van lesgeven aansluit op hun persoonlijke leerbehoefte. Het onderwijsniveau sluit aan op de capaciteiten van leerlingen. Leerlingen weten hoe ze moeten leren en school biedt hulp met leer- en planvaardigheden.

8. Samenwerking

-

image

Als het niet goed gaat

Er is weinig contact tussen school, leerlingen en ouders. Ouders en school zitten niet op één lijn als het gaat om de aanpak van schoolgerelateerde problemen. Bij leerlingen die extra ondersteuning krijgen verloopt de samenwerking tussen betrokkenen moeizaam. Dit kan ervoor zorgen dat problemen pas laat gesignaleerd worden en dat leerlingen thuis komen te zitten zonder passend onderwijs.

Er is geen duidelijk aanspreekpunt voor het zorgtraject, waardoor de communicatie gebrekkig verloopt en afspraken en taken niet voor iedereen helder zijn. De kennis en ervaring van leerlingen en ouders worden in het zorgtraject onvoldoende benut en er is een gebrek aan onderling vertrouwen.

image

Als het wel goed gaat

Er bestaat een goede relatie en samenwerking tussen school, leerlingen en ouders. Ouders en school stemmen hun aanpak op elkaar af om te zorgen voor een doorgaande opvoedlijn thuis en op school. De ouder- en leerlingbetrokkenheid is hoog en knelpunten worden vroegtijdig gesignaleerd.

Wanneer leerlingen extra ondersteuning ontvangen werken leerlingen, ouders, school en zorgprofessionals samen en is er één aanspreekpunt in het zorgtraject. Iedereen is op de hoogte van gemaakte afspraken en de taakverdeling door duidelijke communicatie. De kennis en ervaring van leerlingen en ouders worden in het zorgtraject benut en er is sprake van een gelijkwaardige samenwerkingsrelatie op basis van vertrouwen.

Rapport

‹‹ Vorige pagina